Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Drie vragen over het lerarentekort

Het lerarentekort in het primair onderwijs wordt steeds meer zichtbaar. Op de meeste scholen is het voor dit schooljaar gelukt het team rond te krijgen. Maar de grens is bereikt. Op vrijdag 15 maart gaan basisschool leerkrachten staken. Waar komt dit lerarentekort nu eigenlijk vandaan?

Deel:

Het werd in de jaren negentig van de vorige eeuw al voorspeld: rond 2020 zal er een groot lerarentekort zijn. Allerlei initiatieven werden toen genomen om dit vóór te zijn. Zo werden er allerlei onderwijshervormingen bedacht en soms ook uitgevoerd. Maar wat gebeurde er? Door het te weinig meenemen van leraren in deze hervormingen, werd hun positie aangetast; zij moesten plannen gaan uitvoeren die zij zich niet eigen hadden gemaakt. Dat werd gezien door ouders en gevoeld door kinderen en dat deed wat met hun positie.

Tegelijkertijd was de maatschappij in beweging, en is de samenleving alleen maar meer van het onderwijs gaan verlangen. Voorlichting over allerlei onderwerpen, onderwijs op maat, oog voor allerlei aandoeningen en diagnoses- het onderwijs werd voor de leerkrachten drukker en drukker.
Een mogelijke verklaring voor de tegenvallende resultaten van eerder beleid is dat het overgrote deel ervan de schoolorganisatie als uitgangs­punt koos, in de hoop dat de leraar daar indirect van zou profiteren. Tegenwoordig wordt de leraar meer centraal gezet, maar de vraag of dat niet veel te laat komt.

Waarom willen mensen het onderwijs niet in?

Het imagoprobleem, dat wordt nu toch wel het vaakst genoemd als de oorzaak van het lerarentekort. Jonge mensen hebben geen zin om aan de Pabo te beginnen ‘want daar leer je alleen knutselen’. Ook het werken op school wordt niet als een uitdagende baan gezien.
Maar uit een onderzoek van vorig jaar onder mensen die niet in het onderwijs werkzaam zijn, blijkt dat de redenen om niet in het onderwijs te willen werken, breder zijn.
Men denkt bijvoorbeeld dat leraren veel extra en onbetaalde werkzaamheden hebben, dat ze veel te maken hebben met lastige ouders en men denkt dat het veel tijd en moeite kost om alsnog een lesbevoegdheid te halen. 
Ook de salarissen worden genoemd als reden om het onderwijs niet in te gaan. Dat de salarissen in het basisonderwijs onder de maat zijn, is al 10 jaar bekend. Maar door allerlei oorzaken is dit, tot voor kort, nooit rechtgetrokken.

Wat zijn de gevolgen van het lerarentekort?

Allereerst zijn er de gevolgen voor de leerkrachten. ‘Het onderwijs heeft de mazzel dat er een heleboel mensen werken met een enorme passie voor hun vak. Tegelijkertijd is dit erg gevaarlijk: als je continu je grens omhoog bijstelt, dan word je ziek.’ Dit zegt Emmy van Heel, die na 15 jaar basisonderwijs uitviel met ernstige burnout klachten. En Emmy is niet de enige. Een kwart van de leraren in het primair onderwijs heeft hetzelfde meegemaakt. De ervaren werkdruk is voor deze groep de belangrijkste reden van hun klachten. Bovendien is het ziekteverzuim in het onderwijs hoger dan het Nederlandse gemiddelde.
Doordat IB’ers en schoolleiders vaak voor de groep gaan staan als er een collega ziek is, blijft hun eigen werk liggen. Hierdoor ontstaat er weer extra druk bij hen.
Daarnaast heeft het gebrek aan leerkrachten effect op de kwaliteit van het onderwijs, en dus op de kinderen. Leerkrachten geven aan dat er te weinig zicht is op problemen bij de kinderen die zich wat minder duidelijk openbaren.

Maatschappelijk gezien kan het lerarentekort ook leiden tot gevolgen voor de kansengelijkheid. Op scholen waar al problemen zijn, worden de vacatures minder snel vervuld. Dus de kinderen die op scholen zitten in achterstandswijken en zelf een taalachterstand hebben, zijn dubbel de dupe. Waardoor de kloof tussen de verschillende wijken, de verschillen in sociale klassen en uiteindelijk de verschillen tussen arm en rijk, alleen maar groter zullen worden.

Bron:
https://www.rtlz.nl
https://www.aob.nl
https://www.nu.nl
leerKRACHT! Advies van de Commissie Leraren, september 2007

--:--