Ahmed Marcouch: "Ik moest mijn vader uitleggen waarom je zelf een cadeautje mee naar school moest brengen, wat je vervolgens weer van Sinterklaas kreeg. Ik kan me ook herinneren dat ik moeite had met als we een mijter meekregen met een kruis erop. Die haalden we er thuis vanaf om geen gedoe te krijgen."
Worsteling
De moeite met dit christelijke symbool typeert Marcouch' worsteling met zich als kind te moeten bewegen in twee culturen. Zijn vader begrijpt de Nederlandse, christelijke gebruiken niet en op school worden er geen vragen gesteld over de islamitische achtergrond van het gezin.
Marcouch: "Als kind heb je nog te weinig taal, weinig woorden, weinig argumenten om het zowel thuis uit te leggen als op school." Het laveren tussen twee culturen en religies bezorgde Marcouch regelmatig een gevoel van ongemak. In z'n puberteit zoekt hij meer en meer naar een duidelijke identiteit. Deze lijkt hij te vinden in de ideeën van radicalere moskeegangers.
"Je moet niet denken dat je door gebed je omstandigheden gaat veranderen. Het kan wel helpen, maar je moet het wel zelf doen"
Radicalisme

Halverweg de jaren '80 ontmoet Marcouch in zijn moskee mede-moslims uit onder andere Somalië en Egypte. Studenten, met wie hij een bijbelkring start en van wie hij radicale ideeën meekrijgt. Hij verdiept zich in het Moslimbroederschap en het Salafistisch gedachtegoed. Met elkaar bekijken ze videobanden van de Moedjahedienstrijders in Afghanistan. Marcouch: "Ze hadden strijdliederen die we meezongen. We voelden ons als broeders met ze verbonden. Als vijftien-, zestienjarige zorgt dit voor adrenaline."
Onderwijs als sleutel
"Ik kreeg in de gaten dat een broederschap geen theologische stroming is, maar een politiek-ideologische. Ik ben blij dat ik er op een goede manier uit ben gekomen. De belangrijkste sleutel was onderwijs, maar ook een heel betrokken broer en vrienden die niet in dat denken zijn blijven hangen. Zij maakten een ontwikkeling door waarin dergelijk gedachtegoed werd gerelativeerd en bekritiseerd en gescheiden van religieuze dogma's."
Inzichten
De zoektocht naar zijn eigen identiteit en naar de rol van het geloof in zijn leven heeft geresulteerd in voor hem nieuwe inzichten. Marcouch: "Ik ben gaan inzien dat heel veel dat geloof heet, bijgeloof is. Zaken als 'het lot'; het staat voorgeschreven. Dat maakt dat veel mensen passief worden. Ik ben heel erg van: je moet zaaien, je moet architect zijn van je eigen leven. Dát is juist wat de opdracht is van God. En niet denken dat je door gebed je omstandigheden gaat veranderen. Het kan je wel helpen, maar je moet het wel zelf doen."