Wat vind jij van het racismedebat? Vul onze enquête in!
Marcello
Ik ben als scheidsrechter een keer knock-out geschopt. Op het veld. Sindsdien heb ik altijd een telefoon bij me. Als het dreigend wordt, bel ik meteen de politie. Voordat ik een formulier ga invullen bij de KNVB.
Ik was hoogzwanger en keek voetbal. Er werden oerwoudgeluiden gemaakt en bananen gegooid. En toen dacht ik: 'Dus hier krijgt mijn kind ook nog mee te maken". Het was zo pijnlijk. Hoe bescherm je je kind daartegen?
Door mijn exotische uiterlijk word ik nooit voor vol aangezien. Ik moet mezelf voortdurend verantwoorden en pijnlijke vragen van volkomen vreemden beantwoorden.
Mijn ouders hebben ons groot gebracht met: als iemand jou schoffeert, beledigt of racistisch bejegent, ga je niet in de aanval. Je zegt niks terug, want je bent 'te gast'.
Ik droeg vroeger vaak een ketting met een davidster, wat erg zichtbaar was. Dat doe ik nu niet meer vanwege de veiligheid. Nu draag ik een ring met een davidster, want dan heb ik dat toch nog een beetje bij me en die kan ik af en toe omdraaien als er iets is waarvan ik denk: ik kan het nu beter even niet zichtbaar maken.
Toen ik een jaar of 16 was en een brillenwinkel uit wilde lopen, deed de dame van die winkel de deur dicht en zei: ‘Leeg je zakken maar, volgens mij heb je een bril gepakt!’ Ik moest alles legen daar, terwijl ik niets had. Dat was een van de meest vernederende dingen die ik ooit heb meegemaakt.
Er werd gezegd dat ik hier niet hoor in Nederland en dat ik terug moet naar mijn ‘eigen’ land. Ik begon dat ook te geloven. Daardoor schaamde ik mij voor mijn bestaan.
Ik vroeg aan een uitgever of ze boeken hadden waarin zwarte kinderen een hoofdrol spelen en toen zei iemand: “Nee dat hebben we niet, want jullie lezen toch niet.”
Mijn vader zei tegen mij: “Je bent anders en je zult dus altijd harder moeten werken om datzelfde te bereiken.” En dat anders zat hem in de huidskleur.
Door de opmerkingen die ik op de basisschool kreeg wilde ik mijn haar blond verven, mijn wenkbrauwen minder, geen haar op mijn bovenlip en wilde alles eigenlijk gewoon hetzelfde als de vriendinnen die ik had.
Ik besef dat veertig jaar nadat ik heb meegemaakt dat ik ‘nikker’ genoemd werd, dat er ‘rot op naar de rimboe, kankerzwarte, zwarte piet’ tegen me gezegd werd, mijn leerlingen precies hetzelfde meemaken.
Met mijn neef en mij is eigenlijk hetzelfde gebeurd als dat er met George Floyd gebeurd is. Er zat zeven man bovenop mijn nek. Mijn bloed zat op hun uniformen. Ze hebben me bont en blauw geslagen. Het enige verschil is dat wij het overleefd hebben.
Een docent zei ooit tegen mij: “Mavo en niet verder!” Toen dacht ik: ‘Oh, dus je onderschat mij?’ Ik liet de leraar niet zien dat het me raakte, maar ben wel naar de wc gegaan om even een traantje weg te pinken.
Ik liep naar huis en toen fietste er iemand langs die op mij spuugde. Ik kreeg naar mijn hoofd geslingerd dat ik een ‘kutmoslim’ was en dat ik weg moest uit dit land.
Wat ik heel moeilijk heb gevonden is dat ik me niet had gerealiseerd hoe ongemakkelijk andere witte mensen het vinden om het hierover te hebben. Dus als je dan het gesprek aan wilt gaan, omdat je die ervaringen hebt met Miles en Dean, dan vinden mensen dat gewoon geen fijn onderwerp.
"Ook hier zijn mensen die niet meetellen, ook hier is racisme"
Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?
Ook in Nederland demonstreerden deze week duizenden tegen racisme. Maar liever hebben we het over de rol van de Amsterdamse burgemeester, dan een serieus debat te voeren. Waarin zit dan toch de witte angst?
Een groep vriendinnen uit Eindhoven reisde deze week naar Rotterdam om zich te laten horen in de demonstratie tegen racisme. Vijf van hen vertellen hoe diep racisme hen raakt.
'Genoeg is genoeg. Nederland is niet moreel superieur, ook hier is racisme'
Racisme in Nederland, in Amsterdam, is aanwezig, schrijft theatermaker en dramadocent Urias Boerleider. De pijn ervan zit diep. ‘Wij zwarte mensen zijn niet als onze voorouders. Wij slaan wél terug.’